Je leest wel eens dat in het westen van het land iemand overleden is en wekenlang in de woning ligt. Als ik mensen spreek over mijn werk is hun eerste reactie vaak; ”dat gebeurd hier niet”. In Hardenberg kennen we elkaar en hebben we noaberschap. En dat is ook vaak zo. Als wijkagenten merken we dit ook in ons werk. Vaak is er betrokkenheid op elkaar. Maar we zien ook steeds meer dat mensen op zichzelf zijn.
Laatst kregen we een melding dat een buurvrouw al een tijd niet was gezien. Ook vlogen er wel heel veel vliegen in de portiek. Bij dit soort meldingen weet je al wat je aan gaat treffen en je hoopt dat het meevalt en de vliegen veroorzaakt worden door minder hygiënische omstandigheden. Helaas werd er bij aanbellen en aanroepen door ons bij de woning niet open gedaan. In dit soort gevallen zijn wij bevoegd om de deur open te maken in het kader van hulpverlening. Bij controle van de deur bleek de deur op de knip te zitten. Dus moesten we een ruitje in de voordeur forceren om binnen te komen. In de woning troffen wij de bewoner aan. Al enige tijd overleden. Gezien de temperaturen van de afgelopen weken was dit geen fijne aanblik. In dit soort gevallen wordt er door ons een forensisch arts opgeroepen en collega’s van de forensische opsporing om vast te stellen wat de oorzaak van overlijden is en de identiteit van het slachtoffer vast te stellen. Als dit gelukt beslist een Officier van Justitie of het lichaam mag worden overgedragen aan de familie.
Gelukkig zijn dit soort meldingen geen dagelijkse realiteit voor ons, maar het komt dus ook in Hardenberg voor. Het is soms ook lastig als mensen ervoor kiezen om geen contact te willen met de buurt of buren. Maar mocht je nou iemand een tijdje niet zien of blijven de gordijnen dicht zitten bij de bejaarde overbuurman bel dan eens aan. En mocht je het niet vertrouwen en krijg je geen contact? Bel dan de politie. Het is toch triest dat iemand weken lang niet gemist wordt!
Deze column is geschreven door Wim Jongsma, Wijkteam Noord