Hoe komt een melding die door een burger wordt gedaan nu eigenlijk bij de juiste agenten terecht? Dit gaat via de portofoon. Maar wat is nu eigenlijk zo’n portofoon en wat kun je daar nu eigenlijk mee doen?
Eén van de belangrijkste middelen die wij als politie bij
ons hebben is de portofoon. De portofoon is een belangrijk communicatiemiddel.
Veel burgers noemen het ook wel de ‘walkie tolkie’ van de politie. Agenten noem het ook wel de ‘levenslijn’. In gevallen van nood is de portofoon het
middel om hulp in te schakelen.
Via de portofoon staan wij in verbinding met de meldkamer en
met de collega’s onderling. Iedere agent heeft zijn eigen portofoon. Zodra de
dienst begint dan zetten we de portofoon aan en loggen we de portofoon in,
zodat de portofoon ook zichtbaar is voor de collega’s van de meldkamer. Via de portofoon kunnen wij praten met de
collega’s onderling en met de collega’s van de meldkamer. Meldingen worden via
de portofoon aan de collega’s op straat uitgegeven. De collega’s kunnen op hun
beurt weer precies aangeven wat er tijdens een melding gebeurt. Op die manier
kunnen alle andere collega’s in het gebied ook horen wat de collega’s doen en
of zij ergens hulp bij nodig hebben. In gevallen van nood is de portofoon een
levenslijn voor de collega’s. Zij kunnen met één druk op de knop aangeven dat
zij zich bevinden in een noodsituatie. Vervolgens kunnen zij doorgeven wat er
aan de hand is. In alle portofoons is GPS aanwezig. Zo kunnen de collega’s van
de meldkamer zien waar de collega in nood zich op dat moment bevindt. Op die
manier kunnen zij snel extra hulp inschakelen. Daarom wordt de portofoon ook
wel de ‘levenslijn’ genoemd. Voor
agenten is de portofoon dus veel meer dan een simpele ‘walkie tolkie’!